Op 11 mei jl. zijn we verder ingegaan op de volgende vragen/thema’s:

  1. Hoe moeten we ons de hel/het dodenrijk voorstellen?
  2. Wat heeft Jezus gedaan in het dodenrijk (nedergedaald in de hel)?

We hebben eerst gekeken naar wat Lewis hierover zegt en dit vervolgens vergeleken met de Bijbel en andere bronnen/commentaren.

Lewis verdedigt het bestaan van een hel (er gaat niemand tegen zijn wil naar de hemel) ook al was de hel niet bedoeld voor de mens (maar voor gevallen engelen). Het is een plek van volstrekte egoïsme, een toestand van de geest, groot in de ogen van de schimmen die haar bewonen, maar uitermate klein en onbetekenend in vergelijking met de onvoorstelbaar werkelijke werkelijkheid van de hemel. Voor de schimmen in de hel is de hel al begonnen op aarde net zoals de hemel al begonnen is op aarde voor de geesten in de hemel.

In de Bijbel (vooral NT) wordt relatief weinig gesproken over de hel en dan vooral in beelden die duiden op een plaats van straf (vuur), van God verlaten zijn (duisternis) en ook van wroeging (tandengeknars) steeds met de bedoeling dat mensen tot inkeer komen en het evangelie geloven.

Van Jezus wordt gezegd dat hij na zijn sterven in de hel is neergedaald. Lewis zegt hierover dat alleen het allerhoogste in staat is om zo diep neer te dalen en dat alle momenten die geweest zijn of zullen zijn tegenwoordig waren in dat moment van zijn neder daling (buiten onze tijd). In I Petrus 3 en 4 lezen we dat Jezus (het evangelie) geproclameerd heeft aan de geesten in de gevangenis/doden. Deze teksten zijn moeilijk te begrijpen. Er zijn verschillende theorieën over. We zouden het graag beter begrijpen, maar sommige mysteries worden in onze tijd nog niet helder.

Het was opnieuw verrijkend om met elkaar van gedachten te wisselen. Het is duidelijk dat we geen laatste antwoorden vinden, maar tastend zoeken om iets meer te begrijpen van de breedte en lengte, hoogte en diepte van Gods Liefde

De volgende avond, 8 juni a.s., willen we verder nadenken over hoe we ons de (nieuwe) hemel/nieuwe aarde moeten voorstellen, of er daar ook sprake is van ontwikkeling/groei en of er een weg/contact is tussen hemel en hel (o.a. leer van het vagevuur).

Vervolgens zullen we waarschijnlijk nog een 4eavond nodig hebben om na te denken over hoe het zit met de relatie tussen vrije wil en uitverkiezing en wat we kunnen zeggen over de leer van de alverzoening.

Wordt vervolgd…