Vervolg.
Die in het gepasseerde jaar 1795 den gevorderden ambseed een tijdlang weijgerden te doen,tenminste na herhaalde dagvaardigingen door den huismeester aan hen gedaan,en zij zeiden dat zij den eed voor alsnog niet wilden doen,naamlijk zoals dezelve door de provis Representanten werd voorgeschreven.

Welk voorschrift hij met gedekte hoofde aanhoorde,terwijl geheel de manicipatie met ongedekte hoofden zat. Hij wilde zich wel verweren volgens een formulier van eed,dat hij denkelijk zelf opgesteld had,dog zijn hoofd eerst ontdekt hebbende voorlas,maar het wer d hem geweigerd.Maar uiteindelijk kwam hij de bewuste eed zelfs weer aanbieden.
Alles staat voor mij onduidelijk beschreven.Maar het gaat over het trouwen in de kerk,en dat wilde de predikant niet,daar men de Godsdienst schandelijk misbruikt,daarom zal men dit bekendmaken van den predikstoel met een lezing uit Jesaje 14 vers 11-12-13, luidende dus: Een lastweraar,een leugenspreker,zal nooit op aard bevestigd zijn,men twist,en is een onrust kweker,tot hij uit elks oog verdwijnt. Ja wat, dat God getrouw in het gerigt is,enz. Wij behoeven u lieden niet te zeggen,hoe ongepast dit was op den zondag van de catechismus,handelende over de zitting van Christus aan Gods rechterhand,waarover hij toen gepreekt had.
Moeten wij dan waarde meedeburgers de ondergetekenden het doen en laten van zulk een lastige burger,die zijn ambt(zoo het ons voorkomt) geheel onwettig bekleed,opdat de braven in den landen de bittere vrugten en jammerlijke gevolgen van den invloed van zulke geestelijken op het onkundig gemeen,even als de Franse republiek niet moge zien en ondervinden.Ons ernstig verzoek is dan,dat deze door u lieden zijn démissie gegeven worden,opdat den weinige weldenkende die hier gevonden worden zich ook in desen eens verblijden mogen over uw daden,en zij niet langer het voorwerp van spot en smaad van hem zijn.
Onder dezen zijne aanhang zijn voornamelijk de leden van de kerkeraad te klein,van welke zij niemand ,gelijk ook niet de nieuw verkorenen als hun geregtigd bij de oproeping der grondvergadering,zoo min de eerste als de laatste reis was,zoo min als dominee Diemont heeft laten vinden, ofschoon een der ouderlingen een lid der machsqalitiet te Neder-Slingeland is,hetwelk in het kerkelijk G.N.K. verenigd is.Den andere ouderling is op den 26 maart van gepasseerd jaar,toen schijnen zijnde geremoveerd,terwijl de beide diakene nieuw zijn,die met de wapenen in de hand,de inkomst der Fransen in het gepasseerde jaar hebben zoeken te beletten.
Ten aanzien van het geschrevene is alles in de kiste gelegd.Dus zal het u lieden nog iemand vreemd voorkomen,dat zulke predikant,en zulk een kerkeraad ook Frans gelijke in hun eerwaarde colleges zoeken te verkrijgen,dit heeft men dan ook de bovengenoemde Aart van Karsten,tot ouderling verkoren,terwijl de verkoren diaken,een man voor zowel wij weten,die zich met patriotten of prins bemoeit,schoon de echte partij ook niet toegedaan,de hen aangeboden bediening niet heeft willen aannemen.Wij laten het aan uw wijsheid over,of deeze personen dan ook nog langer den raad der kerke uitmaken,en in deze of dergelijke gevallen de gemeente regeren kunnen.En geven u veel geachte burgers dan een bedenking wat er van de handelingen van zulk een college te wagten is.Vooral wanneer wij het geluk mogten hebben,van in plaats van den tegenwoordige,een andereleeraar mogten hebben,dat dit van de kerkeraads leden op den ouden voet wordt toegekend.
Wij brengen dan met verschuldigde achting ons verzoek in deze vervat ,onder het oog van u waarde mede burgers,in verwachting dat gij lieden zorgen zult dat ook in deze vrije volkstem niet gesmoord wordt,maar openlijk zig mag laten horen,en dus elk lidmaat zijn stem mag geven tot zulk een persoon,als hun het geschikst voorkomt tot leden van den kerkeraad,als mede dat de bevestiging der verkorenen,indien zij bijde hun bediening nu mogten hebben aangenomen,zo het nog mogelijk is, den predikant verbode worde.Waarop wij ons verlatende zijn wij na toewensingen van heil en aanbod van broederschap.Op dit request is geen dispositie gevallen,zijnde hetzelfde,na ingekomen berigt van den kerkeraad met verachting gewezen van de hand G.N.K. 17 maart 1796 het tweede jaar der Bataafse vrijheijd. Uw mede burgers Jan Hagenaar,Jan van t’Hol,Pv.d. Tak, Chr. Diemont
Volgende keer gaan wij verder met een schriven van Pieter v.d. Tak